Maar begon het al niet op het solarium van Lilie, een zondagmiddag zinderende hitte, toen zij de huwelijksadvertenties lazen en Lilie stelde er een voor haar op: T. van HEULE, BOEKENKNAAGJE, RONDBORSTIG & GOEDLACHS. VURIG PAARDJE. ONWILLIG MAAGDJE. Zij protesteerde: ‘daar komen toch enkel veeboeren op af’. En zes weken later had zij hem, haar fokstier, in casu landbouwir., van de verkeerde univ.

En het solarium, wit als een poolvlakte, werd een stroom van kolkend water. Het waaide als op een Belgisch strand. De wind reet de krant aan stukken. De rouwzangers stopten hun jeremiade en schoten weg over het plein. Een schurftige hond sloop naar het lijk.

En later, toen de stroom was uitgevallen, werd alles dieper, geheimzinnig.