And so it Begins...
Nog voor het goed en wel begon, op de vooravond van de start van het academiese jaar, had ze al prijs! Nonkel Jaak had aangeboden haar te brengen en heel de familie - nonkel en tante en ouders en haar zwoele neef die vroeger met haar poppen speelde en zij met zijn vliegtuigjes en tanks - reed mee. Het leek wel een spaghettikomedie. In BXL aangekomen, reden ze prompt verloren. Ze zeilden voorbij het Atomium, de Japanse toren, de Koekeliek, het koninklijke paleis (& dat van Laken). Ze zagen Godfried van Bouillon, de Kruidtuin, de Naamse poort, het klein kasteeltje - alle blikvangers van Brussel passeerden de revue - alleen de universiteit, die zagen ze niet, die leek wel van de aardbodem verdwenen. Nonkel weigerde halsstarrig de weg te vragen (omdat hij schrik had daarbij op een Waal te stoten waaruit zou blijken dat hij geen woord Frans verstond, hoe zeer hij ook het tegendeel beweerde). Ook Des mocht de weg niet vragen. Zij moest hem zeggen waar het was in plaats van anderen haar! Het was toch niet haar eerste keer? Zij was hier toch al 's geweest? En wist zij niet Altijd Alles Beter? Desnoods plukte zij het antwoord uit de lucht. Des herkende het Flageygebouw en de vijvers van Elsene. Dit was alvast de goede richting... Rechtdoor, tot aan een kruispunt met een café op de hoek en een tramlijn ervoor en een straat omhoog… dan afslaan en... En zo werd het ruim over tien en aardedonker eer zij zich ter hoogte van Solbosch bevonden. Nu kon het echt niet ver meer zijn... Des stapte uit om zich te oriënteren (ahum)... Links van haar liep er een brede laan naar beneden, met wiebelende straatlantaarns en deinende verkeerslichten die dwars over het midden van de weg gespannen waren. Een stem flitste door haar hoofd en zei: ‘Daar, bij dat verkeerslicht, daar is je nieuwe thuis’... Neen, dacht Des, mijn kot ligt in een stille straat bij een kerkhof en... ‘Rechtsom, negentig graden, rechtdoor tot aan het ronde punt, oversteken, tot aan het kerkhof en dan de eerste links!’
Tuurlijk! Dat was het!! ‘Takk!!!‘ zei Des. ‘Tusen takk', maar de stem (auditieve hallucinatie, intuïtie of plots verworven oriënteringsvermogen) was alweer weg!
And so it begins...