Desdemona zat in de zonk hardop te dagdromen over hoe het zou zijn als zij & Jo samen in Hasselt zaten, hij op kot en zij iedere dag met de bus op & af. De bol tuurde in het gras, exaspéré. Plots zei hij: ‘Je moet aan de unief gaan studeren, Des. in Hasselt kan je nix gaan uitspoken.’
Des had meteen haar weerwoord klaar. Haar ouders keurden het nooit goed. Het geld groeide hen nu eenmaal niet op de rug. En zij wilde gráág naar Hasselt.
‘But all for the wrong reasons,’ betoogde hij. ‘Jij wil naar Hasselt, een vriendje achterna. Het kan je niet schelen hoe het je verder vergaat. En dat is toch beneden alle peil.’
En Desdemona voelde hoe hij eigenlijk bedoelde dat Jo haar uiteindelijk ging laten zitten voor Dé.
‘Des,’ hernam hij, ‘wij hebben je altijd al gezegd dat je je leven niet moet ophangen aan 1 man. D’er zijn mannen genoeg in de wereld. Meer dan jij verslijten kan. Wat telt is dat je met je eigen leven iets doet. De mannen krijg je d’er als bonus bij.’
‘En dat met mijn eigen leven iets doen, dat gaat niet buiten de universiteit?’ deed Des strijdlustig. ‘En waarom is dat zo?’
‘Kijk,’ zei hij, ‘de wereld is een misleidende plek. Zij bedoelen dit en zij zeggen dat. Wat jij nog niet beseft, is dat de wereld 1 jachtterrein is. En jij wil toch niet opdraven als easy game?’
‘Tuurlijk niet,’ zei Des verontwaardigd. Haar nekharen stonden al overeind.
‘Wel dan,’ vervolgde hij. ‘Hoe word je jager in plaats van prooi? Door te denken. Alleen het denken kan je redden. Maar het denken is aan wetten gebonden. Het heeft structuur, zoals een dans.’
‘Ik hààt dansen,’ deed Des puberaal.
‘Je moet eerst léren denken,’ hield de bol koppig vol. ‘En daarvoor moet je naar een degelijke school. Nu, wij weten ook wel dat de unief niet veel meer voorstelt tegenwoordig, maar het blijft een goede start. Neem iets algemeens, met een zo breed mogelijk gamma. Dompel je onder in wat jouw wereld je aan kennis te bieden heeft.’
Het klonk als een bevel. En Des wist het al: zij had verder niet veel meer in de pap te brokken. Zij overwoog in stilte wat hij had gezegd. Niemand had het ooit gehad over de wereld als een plek waar je om de tuin werd geleid. En ook niet over het denken als 1 dans...
‘Mira,’ zei hij, ‘generaties volgen elkaar op. Dat is 1 van de grondprincipes van het leven. Stel je de tot hier toe vergaarde kennis voor als een muur, 'n façade, dan voegt iedere generatie daar 1 steentje aan toe. Maar om dit behoorlijk te doen, moet je het hele bouwwerk, het grondplan, kennen. Er bestaan vele mythes over het Plan en het wordt ook niet altijd correct gelezen of ingevuld. Soms zijn de funderingen verrot. Soms wordt de hoeksteen weggehaald. Soms sneeuwt het in de vertrekken. Het bouwsel zelf heeft vele duistere nissen, geheime kamers, tunnels, kelders die zijn ondergelopen. Hele secties van het gebouw werden verlaten en andere vakkundig aan het oog onttrokken. Zulke dingen moet je allemaal weten, wil je niet in een labyrinth verloren lopen.’
‘¿?’
‘Om dit te begrijpen moet je leren denken. En ik bedoel: ongebreideld denken. Tomeloos. Ongeremd! Niet het klakkeloze debiteren, het nabrauwen, het tandeloze verhappen van voorgekauwde kost. Je denken moet uitgepuurd & onderkoeld zijn, onthecht!, vrij van taboes, dogma’s, mode of macht. Bovenal mag het denken geen passie dienen, zoals het jouwe nu doet: alles vergooien voor een jongenslach. Als je deze zwaktes van het denken kent, het functioneren van het pseudo-denken dus, dan ben je rijp om aan je eigen denken te beginnen. Pas daarna komt het dansen. Tu piges?’ vroeg hij vermoeid.
‘Wel,’ zei Desdemona, ‘...ik moet daarover denken.’
‘Doe dat, Des,’ zei hij, nog steeds exaspéré. Dat zij zulke voor de hand liggende dingen niet verstond. En hij wuifde haar weg. Des pakte haar fiets en klom peinzend uit de zonk.
Het gesprek over het dansende denken liep over weken. Desdemona besprak haar toekomst met de bol of, beter gezegd, zij hoorde aan wat híj voor haar in petto had. En hij was niet snel tevreden. Op school was zij getest en daar hadden zij gezegd dat zij best ‘iets met talen’ kon gaan doen.
‘Talen. Talen.’ Schokschouderde hij. ‘Baloney! Wij hebben je van kindsbeen af met Babel in contact gebracht. Waarom iets leren wat je al kent? Doe iets waarbij je dingen hoort die wij niet kennen. Omdat wij daarbuiten staan. Voor mijn part wordt het kunstgeschiedenis.’
‘Ha!’ zei Desdemona heftig, ‘zodat ik jouw vriend Qeren kan helpen met z’n Sisley’s en de verdere uitbouw van zijn Egyptische collectie!’
Hij snoof. ‘Qeren weet meer van Egypte af dan jullie ooit zullen achterhalen. Hij was dààr. Vergeet dat niet. De dingen die hij in zijn bezit heeft, heeft hij gekregen (hoewel ik voor die Sisley's mijn hand niet in het vuur zou steken...), nee, ik wil dat jij iets doet waarbij je, ten eerste, leert denken. Dat is op zich al een taaie brok. En, ten tweede, moet je leren waar je informatie te halen en hoe die te interpreteren. That’s all it takes. The two combined, structuur en harmonie, en je bent aan het dansen. To hell with the rest. Rechten zou misschien niet slecht zijn,’ besloot hij peinzend.
Rechten! Des dacht dat zij iets kreeg. Zij had de jongste tijd niet veel schoolwerk meer verzet. Zij zag ertegenop opnieuw in de boeken te duiken, zich onder cursussen te begraven, niet naar het Jeugdhuis te kunnen gaan. Zij wou iets doen waarvoor zij zich lekker niet hoefde in te spannen.
‘Ha!’ lachte hij. ‘Jij wil in een groot symfonisch orkest met de pauken slaan! Maar je moet iets doen wat je GRAAG doet. Dan hoef je je niet in te spannen. Want met het denken is iets raars aan de hand: het mag niet aan een passie hangen, maar een passie onderhouden, scherpt het denken. En je moet leren dansen op deze slappe koord.’
Desdemona liep alle infodagen af waarop diverse scholen hun aanbod prezen, maar niet één die iets beloofde in de aard van ‘dansend denken’ of zelfs maar eigengereid denken. Vooral de KUL leek haar een contradictio in terminis, want hoe kon je nu én katholiek zijn én wetenschap bedrijven? Hoe kregen zij dat gerijmd (via 'n superbe act of storytelling)? Werd je op de KUL vakkundig om de tuin geleid? Verstandelijk geamputeerd, door toedoen van Farizeêrs en Jezuieten met behulp van slinkse syllogismen & sofismen, dit alles op een maatschappelijk verantwoorde wijze? Zeiden zij dit en bedoelden zij dat? De KUL was dus geen optie, maar de ULB kwam al dichter in de buurt. 2 Vliegen in 1 klap. Oeverloos gelul, maar tenminste in zhe French. Want de bol had gezegd dat de universiteiten zelf de draad een beetje kwijt waren.
‘Schier eindeloos gezwam en dito gezwets’ had hij gezegd (en nog veel meer dikdoenderij, hoogdraverij, parmantigheid). ‘Een scheutje van dit, een geutje van dat. Beginnersalchemie! En oeverloze palavers over deelproblemen et toujours à côté de la plaque, maar het voordeel is dat je zo leert hoe het net niet moet. Tu piges? Je wordt je eigen denker, een dansende denker, door les gaffes des autres te analyseren. Het kan allemaal veel beter, maar ja, de via negativa heeft zo ook haar voordelen.’
Desdemona bespeurde bij hem een licht gevoel van superioriteit en nog altijd dezelfde dodelijke vermoeidheid over de manier waarop de dingen werden aangepakt in haar wereld (via de 'via negativa', klaarblijkelijk de meest schabouwelijke weg om ergens te geraken). Hij deed alsof er een Enorme behoefte aan dat dansende denken bestond. Alsof dat denken kostbaarder was dan goud. Alsof het ieders Heilige plicht was een dansende denker te worden.
‘Dè hoofdmotor van dat denken is Joy,' zei hij. ‘Joy is hèt principe van het leven. En zie jij dat, in jouw maatschappij? Dat komt omdat de mensen niet kùnnen denken. Zij leren het af. Zij raken het kwijt. En dat is níet wat ik voor jou op het oog heb, Demona.’
Het was een uitgemaakte zaak: het werd de Brusselse universiteit. Hoe dat thuis aan de man te brengen, moest nog overlegd. Wàt Des daar precies ging doen, stond ook nog niet vast. Rechten, antropologie, sociologie, psychologie, godsdienstwetenschappen – paradoxaal genoeg voelde Des zich sterk aangetrokken tot de godsdienstwetenschappen, maar daarvoor hadden de vrijzinnigen geen leerstoel – keuze te over. Zij zou dan moeten leven zonder Jo, voorlopig, maar misschien kon zij hem door de kracht van het denken, door Dansend te denken, terug aanhalen? Of zij ging hem achterna, naar Afrika! Dat brillekaske waar hij nu op vlaste, zou zo’n stap Nooit wagen. En bovendien had Jo gezegd dat hij een griet wilde met geld – hij was de Nieuwe Man – die zelf de kost verdiende en hem onderhield. Als Des een gevierd rechter was of een gladde advocaat, die met haar dansende denken iedereen van z’n stuk bracht, of zelfs maar een antropoloog in Afrika, zou het geld binnenstromen als water en kon zij het Joke fijn naar de zin maken. De bol had gelijk, dacht Des. Ik kom eerst en Jo krijg ik er als bonus bij.