Naar de Lichtstad

The Album
Alle hopspots van de hoofdstad werden aangedaan
Montmartre...
1 Zee van daken
"Often it seems to me night is even more richly coloured than day".
de Gebroeders Van Eyck
de Gebroeders Van Eyck die smoezelden
over iets wat iedereen betrof en niemand wat aanging
Hotel Van Eyck
En voor ze het wisten, stonden ze in hotel Van Eyck

Het laatste schooljaar voorzag in een schoolreis: een 3-daags verblijf. In Parijs! De Eiffeltoren, het graf van Napoleon, het oersaaie Versailles (hoewel er zich hier, op 10 augustus 1901, om precies te zijn, iets eigenzinnigs afspeelde, een hoogst verbazend avontuur: 2 hooggeleerde Engelse dames namen, zonder het te weten, 'a shortcut in the sprawl of time' - het gebeurde in de tuin, ergens bij een tweesprong - waardoor ze dag op dag 109 jaar terug in de tijd werden geworpen; het geheel had 'this eery feeling' zoals een wandeling in een wandtapijt (geen diepte, geen schaduw, geen zuchtje wind) en ze zagen hoe Marie-Antoinette het op een lopen zette nadat een bode haar kwam waarschuwen dat boze boeren bezig waren met de bestorming van de Tuileries! Ook de dames zetten het op een rennen, richting station), l'Opéra, Notre-Dame, het tragische Père-Lachaise, het Quartier Latin, Montmartre, la Sainte-Chapelle - 'n juweeltje in steen en glas - le Petit Palais, le quai d'Orsay; alle hilites van de lichtstad werden aangedaan (met 1 Ontstellend voorval op de trappen van Montmartre waar 'n stel zwarten allerlei prullen -nepuurwerken, nepparfums, tasjes in nep krokodillenleer, broeksriemen in nep struisvogelleer en damesschoenen, maat 44, in namaakleer- aan de man trachtten te brengen en 1 van die bougnouls stopte Erna zo'n tasje in de handen en eiste vervolgens een waanzinnig bedrag en in plaats van dat ding terug te geven of op de grond te smijten of desnoods naar zijn kop te slingeren, stond Erna daar maar, als de spreekwoordelijke pilaar, dikke tranen biggelend over haar wangen. Stilletjes overhandigde zij het 'losgeld' en liep vervolgens Heel Hard weg! En Des erachteraan! Zij griste haar dat tasje uit de hand en bracht het terug naar de afperser die, met schichtige blik, het onding aannam en haar het geld overhandigde. 'Nah, geht doch' meende Des.) Zij verbleven in 1 luizig hotel in 1 passage aan 1 Grand'Boulevard met uitzicht op een zee van daken waar massieve schoorstenen bovenuit staken, als bakens, met in de verte het dorre woud van televisieharken en ‘s nachts deed niemand 1 oog dicht wegens het heen-en-weer-gedraaf tussen de verschillende kamers die d’er overigens allemaal eender uitzagen. Derhalve werd er op de terugreis danig gepit – leerlingen, gids en begeleiders, allemaal waren zij uitgeteld nog voor de bus de périphérique af was.
Des niet. Des vond ‘n verblijf in het buitenland hoegenaamd geen reden om te waken. Kamergenoten kregen tot middernacht, daarna grendelde Des de deur af. ‘TUP!’ (Trek Uw Plan) Zij was bijgevolg de enige die fris als een hoentje in de bus zat, maar het ritmische denderen van de wielen, het monotone geronk en de broeikaswarmte eisten hun tol en in de buurt van de grens zakte ook zij in slaap...

Des schoot wakker benoorden Genk. Het was aardedonker. En stil als in een tombe. Iedereen lag, zonder zich te roeren, in een soort slaap gedompeld. En daar sloeg de bus al van de weg af en volgde 1 pad dat tussen dichte bomen het bos inliep. Des’s hart klopte in haar keel. Seffens kwamen zij aan 1 laar en was het pad afgezet. De bus viel stil en…
Zij wist heel precies wat er stond te gebeuren en tòch was er de Schok toen de bus plots stopte met wijdopen deuren. Frêle, zwarte, katachtige figuren slopen over het gangpad. Jagers tussen hun verstarde prooien. Des wisselde 1 blik met haar belager. Hij knikte. 'Imperceptiblement.' Eenmaal buiten stelden zij iedereen op een dubbele rij – zij deden zelfs als hadden zij Duitse schepers bij, vielen op handen en voeten en draafden rond, hun tanden flitsend in het maanlicht – en dreven hen naar een soort grot, een verse lading op transport. Des werd ogenblikkelijk van de groep gescheiden. Zij moest naar links, naar 1 soort tent, zo’n Rode-Kruis-achtig geval met tafels en kratten H2O en zij die bij dergelijke operaties zorgden voor de logistiek, stonden in trossen rond die tafels 'die nag te geniet', de nachtegaal, de dennengeur, het bronsgroene eikenhout. Des voelde hoe zij werd geroepen door een groepje van 3 dat in de diepte van de tent tegen het tentzeil leunde. Zij sleepten 1 tafel aan, Des ging erop zitten en zij stelden zich in een halve cirkel op, 1 quasi onopvallende manier om haar te bewaken. In haar rug de bâche, voor haar 1 klein, frêle mannetje met de reflexen van 1 kat, links en rechts idem dito en zij begonnen 1 gesprek – altijd hetzelfde - over wat Des volgend schooljaar ging doen en zij bespraken alle mogelijkheden van de unief en verhaalden over hun eigen studententijd - ‘the school of love’ - en terwijl de rest iets onderging, zo akelig, zo naar, dat het meteen naar de kelders van het onderbewuste werd verbannen, beleefde Demona 1 reuzetijd, ronkend als een poes met haar kameraden. En plots was iedereen ‘done’ en de bus weer ingeladen – zij hadden ‘m gekeerd om de chauffeur (de herinnering aan) een moeilijk maneuver te besparen. Des klom als laatste in de slapende bus waar hier en daar zacht werd gekermd en gekreund en verkeerde in hoge sferen: eindelijk 1 geestig en inspirerend gesprek!
De bus arriveerde een eind in de nacht. De verzamelde ouders scharrelden ongerust over het Marktplein onder de marmeren onverschilligheid van de Gebroeders Van Eyck die smoezelden over iets wat allen betrof en niemand wat aanging.
‘Hoe kwamen zij zo laat?’
‘1 Ongeval onderweg’, zei de chauffeur, ‘compleet met het Rode Kruis. Ik heb moeten wachten en omrijden’.
En het was in deze verwarring dat niemand zag hoe 2 leerlingen van het internaat stiekem hun intrek namen in Hotel Van Eyck. 6 Jaar wekelijks ‘n donderpreek in de godsdienstles – over Voorhuwelijkse Betrekkingen, Zo nefast - en nu dit! Toen het uitkwam, werden zij stante pede van school gestuurd, vlak voor hun eindexamen, terug naar die stad van lichtekooien & matrozen waar zij oorspronkelijk vandaan kwamen. De school stond bol van de geruchten – of zij misschien inspiratie hadden opgedaan in Parijs? Nee, want nog voor het vertrek waren zij al gaan informeren naar de prijs. En allicht hadden zij thuis gezegd dat de reis 1 dag langer duurde. Neen! Neen! Het was een plotse ingeving geweest! Zij stapten uit, zagen Van Eyck, en elkaar, als het ware voor het eerst, en daar stonden zij al in de lobby, had het meisje aan de inquisitie gezegd. Zij pleitte onschuldig. Het was een soort zinsverbijstering geweest, een speldenprik, 'a love bite'. Maar hadden zij dan in aparte bedden overnacht? Dat was helaas niet mogelijk, Van Eyck deed niet in twins, overigens een verfoeilijke Engelse gewoonte. Of zij nu ook voor de Middenjury konden geschrapt? En dat het meisje tranen met tuiten huilde. Jaja, berouw komt na de zonde. Maar of dit veel uitstaans met de Middenjury had? En dat V. z’n pa, een serieuze kadee, Kolonel was. Maar de vader van het meisje ook! Die zaten allebei in Duitsland gekazerneerd en hielden de Rus in de gaten. Dan was het zeker de moeder van het meisje die een slechte invloed had, zo’n snol zonder respect, wie weet wat dat deed terwijl haar vent, ocharme, de grens over was – en iedereen vergat dat de terugreis niet geheel vlekkeloos was verlopen – dat spektakel rond die 'bijslaap' was het gedroomde rookgordijn – en Des kreeg stilaan in de gaten dat de 'Poel des Verderfs Maaseik' niks voorstelde. En dat de colmenjienne niet meer was dan een apenkot, 1 kneuterige Biedermeierkwezelschool die langzaam maar zeker haar grip op de wereld verloor.

Naar Deel III