Het Verdict
En Desdemona mokt. Omdat niemand haar gelooft als zij het over haar bermhuis heeft. Maar Desdemona is er toch geweest? En zij heeft er vanalles geleerd en het was allemaal zo tastbaar en zo echt als een gedeukte koffiekan. Fan-ta-sie...
‘Desdemona heeft veel fantasie,’ kakelen de nonnetjes op school. ‘Zij leeft in een eigen wereld.’ En dan klapwiekt hun gevleugelde hoofd. De nonnen zijn als eksters die op een gerooide akker met één oog naar een graantje turen. Buiten die akker en dat graantje bestaat er niets. Maar de gedroomde wereld van Desdemona bestaat écht, zowaar zij hier staat, alleen kunnen de anderen hem niet zien. En Desdemona zit uren op haar schommelpaard, terwijl zij met zichzelf overlegt hoe dom de mensen wel niet zijn. Het is een oud schommelpaard, een afdankertje van de buren die een nieuw schommelpaard kochten 'voor elke nieuwe wereldburger' en een nieuwe wereldburger, dat kochten zij ieder jaar. Desdemona is het tuig allang ontgroeid, maar zij vindt het spannend het paardje te doen steigeren op de tippen van de latten om dan haar gewicht te verplaatsen en het te doen opwippen en Desdemona’s moeder houdt haar hart vast. Voor haar moest deze ruwe rit wel omslaan in een valpartij waarbij Desdemona haar nek breekt of haar schedel.
‘Des! Kom van dat paard!’
Des krijst. Van dat gekrijs krijgt Desdemona’s moeder hoorns en Desdemona mag weer verder schommelen. ‘De mensen zijn dom, de mensen zijn dom’.
Omdat Desdemona's vader een nakomertje was uit een groot gezin, had zij een pak nichten en neven die veel ouder waren. Haar favoriete neef was Willy. Willy was niet echt een neef. Hij droeg de verkeerde naam – hij heette Verdict - en hij was er lang voor zijn vader kwam en hij had een siedekaar! Hij kwam geregeld aangezoefd als Desdemona al sliep. Als zij de banden over het grint hoorde knarsen, sprong zij de trap af naar beneden en in Willy’s armen. Hij wiegde haar heel de avond op zijn schoot, streelde haar wang en blies in haar oor (I'd sacrifice myself for U… willingly).
Op een ochtend, na een nachtelijk bezoek van Willy dat zij compleet had gemist, stond Desdemona’s schommelpaard… op ski’s… Willy had de latten afgeplat. Haar moeder kraaide opgetogen, maar Desdemona stond versteend. Wat had Willy nu toch gedaan? Willy had een Onherroepelijke misstap begaan. En Willy zou moeten boeten. Want dat spel met dat paard, besefte Desdemona nu, dat was háár spel met de dood. Zij daagde uit. De dood stond wild in een hoek te dansen. Maar de minste fout, de kleinste onoplettendheid en hij schoot uit en raakte haar aan en voerde haar mee. Enthousiast was Willy als spelbreker opgetreden. Had zijn naam onder de verbintenis gezet. En Dus. En dus… hij zou op een mooie dag van zijn paard vliegen en uit de bocht en zijn kop zou barsten in de klap… Oh, Willy! En het is uit met de pret. Willy heeft er vakkundig een punt achter gezet.
Jààren later, op het moment dat Desdemona, na een nacht wereldverbeteren in café Zeezicht op de Dageraadplaats, de zon zag opkomen achter hoge bomen, schoot Willy in Jagersborg uit de bocht. Tegen een boom met zijn sidecar. Zijn kop brak in de klap. Ooh, Willy (I’d sacrifice myself for you, willingly…).